Historie van het Instituut
Het doel en de werkzaamheden van de Stichting Fundatie Bachiene
prof. dr. A.A. van Velten*
in: Vastgoedfinanciering in woelige tijden (2011)
Inleiding
Onlangs bestond de Stichting Fundatie Bachiene vijftig jaar, een jubileum dat tot op heden aan de buitenwacht ongemerkt is voorbij gegaan. De Stichting Fundatie Bachiene, maar ook de vroegere Vereeniging van Directeuren van Hypotheekbanken en de Nederlandse Vereniging van Hypotheekbanken, alsmede de door deze drie instellingen uitgegeven wetenschappelijke en praktijkgerichte publicaties, zijn immers tegenwoordig voor de meeste bankjuristen en notarissen onbekende fenomenen. Deze onbekendheid vindt zijn oorzaak vooral in de omstandigheid dat het begrip (zelfstandige) hypotheekbank in ons land vrijwel is verdwenen en de verstrekking van hypothecaire leningen in deze tijd slechts een klein onderdeel van alle bancaire activiteiten uitmaakt. Toch betreft het nog steeds een specialisme dat veel bijzondere kennis vereist, zowel van banken als van de daarbij betrokken juristen, in het bijzonder van notarissen.
Omdat de Vereniging van Hypotheekbanken door deze ontwikkelingen inmiddels ten onder is gegaan heeft de Stichting Fundatie Bachiene gemeend de activiteiten van deze vereniging te moeten voortzetten, opdat de in het verleden opgedane kennis inzake hypothecaire financiering en executie door hypotheekbanken niet verloren gaat.
Hieronder volgt een korte toelichting op de in het verleden verrichte werkzaamheden van genoemde twee verenigingen en de door de Stichting Fundatie Bachiene voortgezette activiteiten, waarbij eerst de doeleinden en activiteiten van deze stichting kort worden belicht.
De oprichting van de Fundatie Bachiene
De oorspronkelijk te Utrecht gevestigde stichting Fundatie Bachiene is op 17 mei 1961 opgericht ter gelegenheid van een jubileum van de toemalige Utrechtsche Hypotheekbank, welke bank later zou opgaan in de Westland Utrecht Hypotheekbank. De officiële naam van de stichting luidde dan ook: ‘Fundatie Bachiene, Jubileumstichting der Utrechtsche Hypotheekbank’.
De stichting was genoemd naar Philip J. Bachiene (1814-1881) die beschouwd kan worden als de grondlegger van het Nederlandse hypotheekbankwezen. De door hem in 1861 gestichte Nationale Hypotheekbank was de eerste van een reeks die ooit een vijftigtal hypotheekbanken omvatte. In 1981 is de plaats van vestiging van de stichting verplaatst naar Amsterdam en werden de statuten geheel opnieuw vastgesteld.
Het doel van de stichting werd in artikel 2 van de statuten uit 1981 omschreven als ‘het stimuleren van publicaties en andere werkzaamheden van wetenschappelijke aard betrekking hebbende op het onroerend goed en op al hetgeen dat met het onroerend goed verband houdt in ruime zin, in het bijzonder die aspecten van het notarisambt, welke ten opzichte van het onroerende goed van belang zijn, alsmede de verhoging van het peil van de kennis van onroerend goed als beleggingsmedium of financieringsobject.’
Terwijl dit doel zowel volgens artikel 3 van de statuten van 1961 als die van 1981 diende te worden bereikt door:
- ‘a. het verlenen van geldelijke bijdragen;
- het ter beschikking stellen van een penning als bewijs van waardering voor publicaties en/of werkzaamheden als bedoeld in artikel 2;
- alle andere wettige middelen.’
Het bestuur van de stichting berustte destijds bij een uit drie leden bestaand curatorium alsmede een uit één persoon bestaande directie.
In het curatorium hadden volgens de statuten van 1981 zitting:
- een door het hoofdbestuur van de Koninklijke Notariële Broederschap in Nederland aan te wijzen notaris, bij voorkeur een lid of oud-lid van dat hoofdbestuur;
- een hoogleraar in het privaatrecht, internationaal privaatrecht en/of notarieel recht aan een Nederlandse universiteit of hogeschool;
- een lid van de te ’s-Gravenhage gevestigde vereniging Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvestiging, door het dagelijks bestuur van die vereniging aan te wijzen.
De functie van directeur werd vervuld door de directie-secretaris van de Westland Utrecht Hypotheekbank, wiens (bescheiden) werkzaamheden niet ten laste van de stichting kwamen. Voorzitter was de Amsterdamse notaris J.W. Groen.
Aanpassing van de statuten
Bij de statutenwijziging van 1991 werd het doel gehandhaafd, maar bestond het bestuur (curatorium) voortaan uit de volgende personen:
- een door het hoofdbestuur van de Koninklijke Notariële Broederschap in Nederland aan te wijzen notaris, bij voorkeur een lid of oud-lid van dat hoofdbestuur;
- een hoogleraar in het privaatrecht, internationaal privaatrecht en/of notarieel recht aan een Nederlandse universiteit of hogeschool;
- een lid van de te ’s-Gravenhage gevestigde vereniging Vereniging voor Bouwrecht, door het dagelijks bestuur van die vereniging aan te wijzen; waarbij de onder 2 genoemde curator werd benoemd door de president-commissaris van de Westland Utrecht Hypotheekbank.
Later werden deze criteria voor benoeming opnieuw gewijzigd:
- één curator werd benoemd door het bestuur van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie te ’s-Gravenhage; uitsluitend notarissen waren als curator benoembaar, bij voorkeur oud-leden van genoemd bestuur;
- één curator werd benoemd door Raad van Onroerende Zaken te ’s-Gravenhage;
- één curator werd benoemd door het dagelijks bestuur van de te ’s Gravenhage gevestigde Vereniging voor Bouwrecht; uitsluitend leden van deze vereniging waren als curator benoembaar.
De functie van directeur werd afgeschaft.
De Nederlandse Vereniging van Hypotheekbanken
Zoals hierna zal blijken, kan de Fundatie Bachiene niet los worden gezien van de te ’s-Gravenhage gevestigde Nederlandse Vereniging van Hypotheekbanken (NVH), als voortzetting van de in 1906 opgerichte Vereeniging van Directeuren van Hypotheekbanken.
Beide verenigingen beschikten over een in 1910 ontworpen ‘vakwapen’ – bestaande uit een gekroond schild gevormd door een muur (links) en een aantal gouden munten (rechts), geflankeerd door een beer met halsketting (de schuld) en een rode haan (de assurantie) – alsmede de spreuk Fide sed cui vide (‘schenk vertrouwen maar bezie aan wie vertrouwen geschonken wordt’).
De leden van de laatstgenoemde vereniging waren in eerste instantie de directeuren van een aantal in ons land gevestigde hypotheekbanken, later rechtspersonen of andere samenwerkingsvormen die als hypotheekbank waren ingeschreven bij de Nederlandse Bank.
Beide verenigingen hadden ten doel onder andere om de belangen van het hypotheekbankwezen voor te staan. Door het grote aantal hypotheekbanken was dit een bloeiende vorm van samenwerking, die er vooral naar streefde het instituut ‘pandbrief’ als instrument van financiering te waarborgen. Ook werden wetenschappelijke uitgaven verzorgd, onder andere twee bundels ter gelegenheid van het 75 – resp. 85 – jarig bestaan.
De NVH ging echter feitelijk ten onder toen op 1 januari 1993 in ons land het onderscheid tussen hypotheek- en handelsbanken werd opgeheven door inwerkingtreding van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en doordat in die tijd vrijwel alle leden-hypotheekbanken opgingen in of werden overgenomen door gewone bankinstellingen.
Overname van de activiteiten
Nadat de NVH nog enige tijd een slapend bestaan had geleid, waarbij haar taken grotendeels waren overgedragen aan de Nederlandse Vereniging van Banken, werd in 2009 besloten de NVH op te heffen en het vermogen over te dragen aan de Stichting Fundatie Bachiene, die daarover eerder al het beheer had gevoerd, waarbij de NVH een extra directie-lid van de stichting had aangewezen. De stichtings-statuten werden aangepast in die zin dat de Stichting Fundatie Bachiene tevens ten doel kreeg het behartigen van de belangen van de voormalige leden van de ontbonden Nederlandse Vereniging van Hypotheekbanken.
Sedertdien heeft de stichting ten doel:
- het stimuleren van publicaties en andere werkzaamheden van wetenschappelijke – praktijkgerichte – en promotionele aard, betrekking hebbende op onroerende en andere registerengoederen en op al hetgeen dat met onroerende en andere registergoederen verband houdt in ruime zin, in het bijzondere die aspecten van het notarisambt, welke ten opzichte van onroerende en andere registergoederen van belang zijn;
- de verhoging van het peil van kennis van onroerende goederen als beleggingsmiddel, of financieringsobject;
- het behartigen van de belangen van de voormalige leden van de (ontbonden) Nederlandse Vereniging van Hypotheekbanken.
Voorts werd het curatorium uitgebreid met een vierde lid, te benoemen door de Westland Utrecht Hypotheekbank, of door haar rechtsopvolger; deze curator wordt geacht de hypotheekbankinstellingen binnen het curatorium te vertegenwoordigen.
*Emeritus hoogleraar Vastgoedrecht VU Amsterdam
Deze tekst verscheen eerder als voorwoord in: Berkhout, T.M., & Van Velten, A.A. (2011). Vastgoedfinanciering in woelige tijden, Amsterdam: Stichting Fundatie Bachiene. ISBN 9789090264448.
- J. Koelewijn, Het einde der zelfstandige hypotheekbanken, NIBE-reeks, Amsterdam 1987.
- J.R. Voûte, Hypotheekbanken vroeger en nu, serie Bank- en Effectenbedrijf deel 27, Amsterdam 1989.
- A.A. van Velten, J.F. Visser, D.C. Hannema en M.H.G. Rempt (ed.), 85 Jaar Nederlandse Vereniging van Hypotheekbanken, Deventer 1991.*
- E.A. Janssens, Hypotheekbanken, een verdwijnend verschijnsel?, Amsterdam 1992.*
- T.M. Berkhout, Fiscaal afschrijven op vastgoed, diss. UvA, Naarden 2002.
- T.M. Berkhout en R. Jeurissen, Net werken en netwerken. Onderzoek naar percepties van integriteit in de Nederlandse vastgoedsector, Breukelen 2009.